In de volksmond wordt castratie gebruikt voor het mannelijke dier en sterilisatie voor het vrouwelijk dier. Dit kan tot verwarring lijden omdat bij castratie de testikels of eierstokken volledig worden verwijderd en bij sterilisatie de zaadleiders of eileiders afgebonden worden. Bij onze huisdieren is er dus altijd sprake van castratie, het volledig weghalen van de voortplantingsorganen.

Castratie (sterilisatie ) kat

Een operatie die veel wordt uitgevoerd is de castratie (sterilisatie) van de poes. Vanaf een leeftijd van 6 maanden kan een poes vruchtbaar worden en wanneer u geen nestje wilt is het verstandig om haar te laten castreren. Het liefst wordt deze operatie bij een iets oudere kat uitgevoerd zodat ze iets meer uitgegroeid is (rond 9 – 12 maanden leeftijd) Het is verstandig om wel voorzorgsmaatregelen te treffen om een nestje te voorkomen. (Bijvoorbeeld de poes binnen houden of haar tijdelijk de poezenpil te geven.) Tijdens het castreren van de poes, onder algehele narcose, worden beide eierstokken verwijderd. Ze zal niet meer krols worden en geen nestje meer krijgen. Als bijkomend voordeel zal ze minder kans hebben op het ontwikkelen van melkkliertumoren en baarmoeder problemen.

Ook bij katers adviseren we om vanaf een leeftijd van 6 maanden te castreren. Hierbij ook weer liever iets ouder in verband met het uitgroeien, echter moet de kater dan wel binnenhuis gehouden worden en moeten ze niet gaan sproeien. Mocht dit wel gebeuren dan is het advies om ze wel eerder te laten castreren.

Castratie (sterilisatie) hond

Wanneer u geen nestje wilt bij uw teef dan luidt ons advies om haar te laten castreren. Bij de teef wegen de gezondheidsvoordelen (minder kans op melkkliertumoren en beduidend minder baarmoeder problemen) zwaarder dan de narcose en operatie risico. Het beste is om deze ingreep tussen 2 loopsheden in te doen en na de eerste loopsheid wanneer ze volledig is uitgegroeid. Onder algehele narcose worden alleen de eierstokken verwijderd en blijft de baarmoeder zitten. Na deze operatie zal ze niet meer loops worden en geen nestje meer kunnen krijgen.

Bij de reu ligt het iets anders. Er is medisch gezien geen duidelijk bewezen voordeel van castratie. Een agressieve onzekere reu kan zelfs na castratie nog agressiever worden. Een dominante reu kan wel wat rustiger worden. Te vroeg castreren kan overigens een nadelige invloed hebben op de gezondheid. Wanneer u twijfelt over het effect van castratie op uw reu kan er ook gekozen worden voor chemische castratie. Op deze manier is uw reu tijdelijk onvruchtbaar en kan u ervaren hoe uw reu zich gedraagt na een eventuele definitieve castratie. Deze chemische castratie voeren we uit door middel van een injectie onderhuids van een implantaat. Uw reu hoeft dus niet onder narcose.

Castratie (sterilisatie) konijn

Konijnen staan erom bekend dat ze moeilijk te koppelen zijn. Een vreemd konijn introduceren bij een ander konijn kan een tijdrovende klus zijn en soms niet haalbaar. Konijnen zijn sociale dieren die samen gehuisvest dienen te worden. Door zowel rammelaars (mannetjes) als voedsters (vrouwtjes) te castreren zullen ze prettiger samen kunnen leven en zal het koppelen ook beter gaan. Konijnen zijn jong geslachtsrijp dus mogen voedsters vanaf 5 maanden en rammelaars vanaf 4 maanden gecastreerd worden, de testikels moeten wel goed zijn ingedaald. Daarnaast daalt het risico van baarmoederhalskanker bij gecastreerde voedsters.